Mini-maatschappij

Mieke geeft sinds een jaar leiding aan een team van 35 mensen en het valt haar zwaar: “.. sinds ik deze positie in de organisatie heb lijk ik er niet meer bij te horen en valt het soms stil als ik de koffiekamer binnen loop, ik voel weerstand. Ik probeer nu strakker te sturen, het lijken wel kleuters. Dit gedrag hoef ik toch niet te pikken? ”

Op mijn vraag of dat strakker sturen helpt reageert ze ontkennend: “hoe meer leiding ik toon, hoe moeilijker het wordt”.

Mieke heeft een cursus gevolgd, ‘het vinden van de leider in jezelf’. Ik doe mijn best om mijn ergernis over dit type cursussen te verbergen. Het is behoorlijk populair, maar ik ervaar een hoog gehalte aan navelstaarderij en een gebrek aan echt goede tools en kennis. Het is mijn inziens veel te veel gericht op de binnenwereld van de leidinggevende in spé.  

Een goede leidinggevende is iemand die een vak verstaat. De hoofdklus is het team waaraan leiding gegeven wordt te faciliteren op dusdanige wijze dat mensen goed tot hun recht komen, zich gehoord en gezien voelen en dat het primaire proces, datgene waarvoor het team überhaupt bestaat, goed verloopt. En teamleden verschillen. Daar waar je de ene medewerker echt vooruit helpt door precies voor te schrijven wat er moet gebeuren zal de ander daar allergisch op regeren. Goed leidinggeven is helemaal niet zo makkelijk, je moet ontzettend omgevings-sensitief zijn en je hebt het zomaar verkeerd gedaan. De focus van aandacht moet dus primair naar buiten, niet naar de eigen binnenwereld, hoewel het wel handig is je eigen reacties te kennen en die in de hand te houden.

Om tot goede oplossingen te komen, heeft Mieke meer positieve energie en minder ergernis nodig, anders krijgt ze niets voor elkaar en raakt iedereen gefrustreerd. Want ze kan dan misschien prima Excel-sheets en roosters maken, als ze niet fit is, dan ontgaan haar de belangrijkste dingen in haar team. Mieke voelt zich verre van fit, piekert zich suf over hoe het anders moet en trekt zich steeds meer terug.

Er bestaat veel goede wetenschappelijke kennis over leidinggeven. Zo ontwikkelde Theresa Amabile (Harvard business school) “The Progress Principle”. Grappig genoeg staat ook bij haar het innerlijke leven centraal, maar dan die van de medewerker, niet die van de leidinggevende. Ze beschrijft zelfs een checklist waarbij je zowel checkt op concrete regeldingen, als op de onderlinge relaties, reuze handig. Dus een focus op het team èn zorgen dat jezelf fit blijft, dat lijkt een belangrijke combi. Daarom draait Mieke mee met een training, speciaal voor leidinggevenden die vitaler willen worden. Ervaringen van anderen zijn helpend, het geeft een ruimer perspectief en samen krijg je meer voor elkaar dan in je eentje. Het werk is een mini-maatschappij, met precies dezelfde natuurwetten.

Geschreven door

Irma van Steijn