Onbedoeld bijeffect

Weer een goede stap in de strijd tegen vervuiling: sinds kort zit er statiegeld op blikjes voor bier en frisdrank, ze kunnen worden ingeleverd bij de supermarkt. Maar onlangs berichtte de media dat veel supermarkten er niet blij mee zijn, de machines waar we normaal onze plastic flessen inleveren, lopen er massaal op vast. De zoetigheid aan de binnenkant lekt naar buiten, laat de machines vastlopen en de onderhoudsmonteurs kunnen de aanvragen niet aan. Ai, een onbedoeld bijeffect.

Zo was ik van de week in de supermarkt en bij de bewuste machine stond een wat oudere medewerker ruzie te hebben met een grote blauwe vuilniszak. Ik weet niet precies waarom, maar zeker 10 blikjes sprongen uit de zak en rolden al kletterend hun weg over de vloer. Omdat ik niet zo snel kon inschatten wat er gebeurde, keek ik op een klein afstandje toe, nog even aarzelend wat ik zou doen. Plots sprongen er nog een paar uit de zak en de medewerker liep vervolgens stampvoetend weg. Om nu die blikjes te gaan opruimen, terwijl hij ze er uit kiepert, dat vond ik wat ver gaan. Hij leek ook niet meer terug te komen. Terwijl ik mijn mogelijke acties stond te overwegen hoorde ik een gegiechel drie meter verderop. Daar stond een leuke cliënte van mij, zij had dikke pret om juist mijn geaarzel: wat zou haar psycholoog nou eens gaan doen. Het gegiechel was zo aanstekelijk dat we samen de slappe lach kregen, het was zo’n maffe situatie. Even later kwam de medewerker toch weer terug. Ik besloot hem te helpen en probeerde het ijs te breken met “jeetje, het leek hier zojuist wel Luilak”. De man leek me ouder dan ik, dus hij zou vast weten wat Luilak is. Ik weet niet eens of er nu nog Luilak wordt gevierd, als kind gingen wij vroeger met een hele reeks conservenblikken aan een touw achter de fiets gebonden, de hele buurt wakker kletteren. Ik heb er goede herinneringen aan.

De man was echter zo over zijn ‘theewater’, dat hij me amper hoorde en ook niet door had dat ik wilde helpen of iets liefs wilde zeggen. Als een razende greep hij naar de blikjes, murmelde nog wat ellendigs en weg was ie weer. En daar stond ik opnieuw actie-loos, het voelde een beetje lullig. En dat zette wederom onze lachspieren weer aan. 

Eerlijk gezegd kan ik me de frustratie van de medewerker goed voorstellen. Wat een ellende, al die zoete troep in die machines, dat moet toch anders kunnen. Maar onbedoeld bezorgde hij ons een beetje geluk, dat bouwt zich namelijk op in micromomentjes. Ik zou hem dat ook gunnen, wie weet leest hij deze column en tovert het alsnog een glimlach op zijn gezicht.

Geschreven door

Irma van Steijn