De skileraar

Ze was verliefd, on-ge-loof-lijk verliefd en ze kon niet geloven dat hij haar net zo leuk vond als zij hem. Dat maakte haar onzeker. Het voelde obsessief, ze kon aan bijna niets anders denken, haar lijf stond voortdurend in brand en hoe fijn dat ook voelde, het was ook behoorlijk irritant. Ze had altijd al een hekel gehad aan afhankelijkheid, en nu was ze het zelf. Dat is precies wat het hormoon dopamine doet bij hevige verliefdheid, je komt in een staat van ‘tijdelijke psychose’: je neemt de ander op een manier waar die niet strookt met de realiteit en je verandert zelf in een junk. Als er even geen contact is ga je naarstig op zoek naar je ‘shot’ en je bent bang dat er geen volgende shot zal zijn.


Toen hij voorstelde om op skivakantie te gaan voelde dat als het beste wat haar kon overkomen. Een volle week samen in de sneeuw! Hij was jaren skileraar geweest en zij had nog nooit geskied. Super handig, met privéles leer je een stuk sneller. Maar ja, hoewel ze van zichzelf wist dat ze een sportief lijf had, had ze geen idee hoe dat op de skies zou zijn. Stel nou dat ze er niets van bakte, wat een afknapper zou dat zijn. Uiteraard ging ze wel.


Eenmaal op de piste bleek ze een snelle leerling en hadden ze samen lol in haar gestuntel, haar vorderingen en in elkaar. Ze had een goede conditie en ze vond het uitdagend om op dag drie al van de zwarte piste te kunnen. Al haar valpartijen belanden in zachte sneeuw omkleed door een roze wolk. Eigenlijk had ze niet zo goed in de gaten wat ze van haar lijf vroeg. ’s Nachts kon ze niet slapen, deels doordat hij naast haar lag, maar als ze eenmaal indommelde schrok ze steevast wakker uit een angstdroom waarin ze een ravijn in stortte. Ze sliep bijna niet.


Op dag vijf gingen ze aan het einde van de dag even ‘off-piste’. De omgeving was adembenemend. Maar ze was doodmoe, haar benen wilde niet meer. Op een stijl stuk gebeurde het. Hij stond al beneden en zij was even gaan zitten. Ze keek de helling af en de angst en vermoeidheid grepen haar bij de keel. Opeens zag ze een sloot op de helling, ze wist het zeker, met kleine grassprietjes er langs. Ze riep naar beneden dat ze niet wist hoe ze over die sloot moest komen en ze raakte fors geïrriteerd toen hij lachend terugriep dat er geen sloot was. Ze zag het toch zeker zelf!


Hoe ze naar beneden is gekomen weet ze niet meer, maar er was inderdaad geen sloot.
De maanden erna ontwikkelde hun liefde zich verder en met de gezamenlijke energie zette ze samen een bedrijf op. De rollen zijn tegenwoordig wat evenwichtiger verdeeld. Maarsingh & van Steijn bestaat dit jaar 20 jaar en nu geef ik hem spinning-les!

Geschreven door

Irma van Steijn