Recht in het gezicht

Deze tekst is verschenen als column in de Leeuwarder Courant op zaterdag 16 januari 2021.

Het liefst zie ik mensen in mijn spreekkamer, maar de laatste tijd behandel ik ook online, bijvoorbeeld vanwege quarantaine. In die setting spreek ik Joep en Tanja, dertigers, twee kinderen in de basisschoolleeftijd en hard op weg naar een scheiding. Tijdens de sessie zit Joep met zijn laptop in de schuur en Tanja in de slaapkamer. Beide kinderen zitten in de huiskamer, voor de TV gestald met een bak chips.

Een onvoorzien voordeel van beeldbellen is dat je mensen dicht in het gezicht kan kijken. Soms is dat overigens bijzonder onaangenaam, bijvoorbeeld bij witte pukkels of neusharen, mijn aandacht kan daar niet van loskomen. Maar goed, in een gezicht valt veel af te lezen. Professor Paul Ekman deed er onderzoek naar: elke emotie vertaalt zich in het samentrekken of ontspannen van bepaalde spiergroepen, soms heel klein en slechts een microseconde zichtbaar. En laat ik daar nou toevallig in getraind zijn om die te zien.

Om te snappen in welk destructief patroon Joep en Tanja zijn beland vraag ik hen iets van hun ruzies voor te doen. Daar hoeven ze niet lang over na te denken, ze ‘’doen’’ hun probleem onmiddellijk: Joep vertelt over het obsessieve chat- en belgedrag van Tanja met haar moeder, volgens hem is dat ziekelijk en nergens voor nodig. Tanja schiet direct in de tegenaanval: Joep komt bijna nooit uit zijn mancave (de schuur) en zadelt haar dus op met het huishouden en de kinderen. Door het beeld even vast te leggen is bij beide de scheve mondhoek van minachting te zien, een van de meest destructieve emoties in een relatie. Ekman becijferde dat wanneer minachting de overheersende emotie is binnen een relatie, dat de kans dat zo’n stel het gaat halen slechts vijf procent is. Tanja geeft vervolgens vol gas door zeker te weten dat Joep verslaafd is aan porno. Er is een korte, maar sterke, rimpeling te zien rondom haar neus en bovenlip, gelijkend op een beginnende nies. Dit is een sterke aanwijzing voor de aanwezigheid van walging. 

Ik stop het relaas door Tanja te vragen of ze haar man wel eens slaat. De volgende reactie is bij beide dezelfde: de mond valt lichtjes open. Inderdaad, van verbazing, want hoe kon ik dat nou weten? Ik wist het niet, het was een gok. De combinatie van minachting en walging is een voorspeller van agressie. Om iemand pijn te doen helpt het om die ander te ontmenselijken, om er walging voor te voelen. Toen bleek dat ik raak zat kon ik nog maar één ding doen. Hen erkennen in hun beider onmacht en adviseren eerst een paar weken uit elkaar te gaan en op te schrijven waarom ze ooit voor elkaar gekozen hebben. Bij Joep zie ik voor het eerst ontspanning en bij Tanja verdriet. Eigenlijk zou ik ze beide een knuffel willen geven, als plaatsvervangende liefde.

Geschreven door

Irma van Steijn