Het ‘Grotsyndroom’

Deze column van Irma van Steijn is op 15 mei 2021 verschenen in de Leeuwarder Courant.

Else heeft enorm uitgekeken naar de periode van versoepelingen, ze verlangt ernaar om weer in de kroeg te kunnen afspreken en te kunnen studeren in de universiteitsbibliotheek. Ze is haar studentenkamer meer dan zat. Else wil zich weer vrij voelen, kunnen gaan en staan waar ze wil.

Maar nu de eerste versoepelingen een feit zijn merkt ze dat ze eigenlijk angstiger is dan ze dacht.
Zo was het laatst erg druk op het terras en toen voelde de nabijheid van sommige mensen plotseling als bedreigend. Ze raakte in paniek en was zomaar weggelopen. Nu schaamt ze zich daarover.

Ook staan er opeens weer veel meer sociale afspraken in haar agenda. En terwijl ze daar zo naar verlangd heeft, voelt het nu allemaal als veel te druk. Het zorgt voor angst en onrust. Hoe moet ze dit in hemelsnaam gaan organiseren, hoe deed ze dat voorheen, hoe doen anderen dat? Na een jaar van beperkte sociale interactie zijn we gewend geraakt aan het dragen van mondkapjes, het bewaren van fysieke afstand en het amper uitnodigen van bezoek.

We hebben een gewoonte ontwikkeld. En het doorbreken van gewoontes gaat niet vanzelf, zelfs als we die gewoonte niet fijn vinden en we er niet gelukkig van worden. Zonder het te willen is Else bang geworden om terug te keren naar haar vorige leven. Er blijkt een echte naam te bestaan voor deze ervaring: het ‘grotsyndroom’. Jacqueline Gollan, hoogleraar psychiatrie en gedragswetenschappen aan de Northwestern University in Chicago, zegt dat aanpassing aan het nieuwe normaal, wat dat ook mag zijn, tijd zal vergen: „De pandemiegerelateerde veranderingen veroorzaken angst en ongerustheid vanwege het risico op ziekte en overlijden. Het is moeilijk om die angst los te laten, omdat het risico en de waarschijnlijkheid worden overschat.”

Er is dus sprake van een kloof tussen het werkelijke risico en wat mensen als hun risico beschouwen. Dat is bijzonder, blijkbaar kijkt ons brein dus met een vergrootglas naar alles wat zou kunnen misgaan door contact. En we kijken door een verkleinglas wat betreft de voordelen van verbinding en sociale cohesie. Onderzoek aan Harvard laat echter zien dat het juist de sociale verbinding is die leidt tot geluk en gezondheid (Robert Waldinger e.a.).

Wat te doen? Nou, eigenlijk hetzelfde als wat je zou moeten doen wanneer je willekeurig welke gewoonte dan ook wilt veranderen. Het vraagt bewuste aandacht, discipline, herhaling en succeservaring. Je moet het jezelf gemakkelijk maken door te beginnen met iets waarvan je zeker weet dat het gaat lukken. Dus niet meteen je hele agenda volplempen, maar een paar vaste momenten in de week plannen.

Het is gewoon trainen en daarin heb ik dus weer mazzel, ik heb de leukste baan van de wereld. Want Else moet oefenen, dus voor de volgende sessie spreken we af op het terras!

Geschreven door

Irma van Steijn