Help!!

Deze blog is eerder verschenen als column in de Leeuwarder Courant op zaterdag 21 november 2020.

Stelt u zich het volgende voorbeeld eens voor: u fietst door de binnenstad en er komen twee mannen uw richting oplopen. De straat is niet breed, maar u kunt hen prima passeren. Deze mannen besluiten echter dat de straat te smal is voor jullie drieën en duwen u pardoes tegen een metalen tuinhek aan, zo eentje met van die chique punten. Wanneer u na de eerste schrik weer opkrabbelt duwen ze u nogmaals tegen het hek. Wat zou u op dat moment doen?

In het tweede voorbeeld wandelt u een avondwandeling door dezelfde straat. Wanneer u plotseling rennende voetstappen achter u hoort draait u zich om en op dat moment wordt uw tas van uw schouder af getrokken en probeert een heerschap er vandoor te gaan met uw spullen. Wat zou u doen? 

Beide taferelen speelden zich onlangs af in mijn straat. En mocht u zich afvragen in welke achterbuurt ik in hemelsnaam woon, een oud-burgermeester noemde het ooit de mooiste straat van Leeuwarden. Daar is normaal gesproken in de avond wel vaker wat drukte op straat, maar sinds Corona is het er muisstil. 

U zult misschien denken dat u in een dergelijke situatie hard om hulp zult roepen. Helaas werkt ons brein zo dat we op het meest spannende moment vaak geen toegang hebben tot die voornemens. Ik hoor het vaak van slachtoffers van geweld: achteraf voelen ze zich schuldig omdat ze niets deden, maar ‘zich verstijfd voelden’. Ze hadden willen kunnen schreeuwen, iets doen dat de situatie liet stoppen. Dat schuldgevoel is niet terecht, het brein schat automatisch de grootste kans op overleven in. Evolutionair gezien is dat verstijven heel functioneel, het voorkomt dat een aanvaller gewelddadiger wordt. Maar de ellende van zo’n verstijf-reactie is dat je op dat moment ook geen toegang hebt tot je stem.

Daarom vond ik het zo bijzonder en goed wat beide personen deden, ze schreeuwden namelijk heel hard om hulp. Ik hoorde vanuit mijn woning het type schreeuw waarvan je direct zeker weet dat er iemand in nood is, er gebeurt daar iets heel verkeerds. Mijn eigen alarmsysteem in mijn brein sloeg direct aan! Daardoor stond ik, gelukkig samen met mijn lief en nog een buurtbewoner, binnen een paar tellen buiten en konden we de onfortuinlijke slachtoffers opvangen. De daders waren al gevlogen, daar was ik stiekem ook wel een beetje blij om. 

Toch bijzonder hoe ons brein inschat of je moet gillen, verstijven, of dat je iets anders moet doen. Echt tijd om na te denken heb je gewoon niet, je doet maar wat op dat moment het beste lijkt. Uit onderzoek blijkt overigens dat poepen in je broek nog het beste helpt om je aanvaller te verjagen. Maar ja, om je dat nou voor te nemen….

Geschreven door

Irma van Steijn