Vlek in je broek

Deze column van Irma van Steijn is op 1 mei 2021 verschenen in de Leeuwarder Courant.

Stel je eens voor dat je een mooie broek hebt en daarop is een akelig vlekje gekomen. Niet heel groot, maar zonder vlekje was de broek perfect, nu niet meer. Je probeert de vlek eruit te poetsen, maar naargelang je langer poetst wordt hij alleen maar groter. Ook met andere middeltjes verdwijnt het monster evenmin. Hoe meer je op de vlek focust, hoe ellendiger hij lijkt te worden en hoe meer je besluit dat de broek verpest is.

Bovenstaand voorbeeld illustreert de manier waarop er nog vaak tegen psychologische ‘problemen’ wordt aangekeken. Wanneer mensen net even anders denken of doen dan hetgeen we ‘normaal’ achten, noemen we dat een stoornis en zoeken we naar een labeltje om er een naam aan te geven. We gaan ervan uit dat die stoornis vooral beperkingen oplevert, en dus moet worden behandeld.

Die ‘stoornis’ is de vlek in de broek en we poetsen er ons ongans op. Een groot deel van de hulpverleners stort zich goedbedoelend vol overgave op de vlek, waarom die is ontstaan en wat iemand moet doen om hem te verkleinen. Soms lees ik rapportages over cliënten waarin alleen maar ellende staat opgesomd. Zoals onder welke stoornis het ongewenste gedrag past, geïllustreerd met allerlei problemen uit het dagelijks leven. Het kan toch bijna niet anders dan dat iemand die zo’n rapport over zichzelf leest, zich ook werkelijk een stuk onbenul gaat voelen.

Al lange tijd heb ik (en ik niet alleen) steeds meer moeite met deze manier van denken. Wij durven daarom steeds meer te experimenteren met een bejegening waarin we de vlek lekker laten voor wat-ie is, en mensen leren weer oog te hebben voor de totale broek. Of er nou een vlek in zit of niet. Hoe harder we immers poetsen, hoe meer aandacht die vlek trekt. En sommige vlekken blijken juist ware parels te zijn!

Blij werd ik van het artikel afgelopen week in de krant over Remko Sterken die een ADHD Academy heeft opgericht waarin hij mensen met ADHD de voordelen en extra mogelijkheden laat ontdekken. Mensen met ADHD kunnen vaak minder goed lang luisteren en minder lang stilzitten, zijn impulsiever en gebruiken veel woorden. Maar ze zijn vaak ook sensitiever, creatiever, snelle denkers en goede probleemoplossers.

Door ook de positieve kanten te belichten én te leren gebruiken wordt de hulpverlening een stuk effectiever en bovendien leuker. Vanuit een positieve mindset kun je groeien, vanuit een zogenoemde fixed mindset (‘ik kan het toch niet’) durf je niet te experimenteren en leer je niets nieuws.

Zo is het ook met autisme. Deze ‘vlek’ kan in veel communicatieve situaties echt wel lastige problemen opleveren. Tegelijkertijd ken ik eigenlijk niemand die zo goed kan focussen en gestaag en gedetailleerd kan doorgaan met een taak als een autist.

Vlek of parel, het is maar hoe je ernaar kijkt.

Geschreven door

Irma van Steijn